Wil hij het niet of kan hij het niet?

Over kinderen met autisme en dyspraxie.

Herken jij bij kinderen met autisme het volgende? Kinderen die overgevoelig zijn voor geluid houden hun handen op hun oren, klagen over geluid of gaan zelf veel en hard geluid maken. Kinderen met een ondergevoelig lichaamsgevoel herken je op een andere manier: ze zijn passief en komen niet in beweging, ze lopen plofferig of houterig, ze botsen tegen dingen aan, of ze vallen van hun stoel. Maar ze kunnen ook precies het omgekeerde doen, ze bewegen veel, ze zitten niet (nooit) stil op hun stoel, lopen rond, slaan zichzelf, duwen en trekken, maken vreemde posities met hun lichaam. Dan zou het zo maar kunnen, dat ze dyspraxie hebben. Dyspraxie? Wat is dat? Ik had er wel van gehoord, maar ik wist ook niet wat dat echt was. Hoe meer ik daar over begrijp, hoe meer ik het zie bij heel veel kinderen met autisme.

Die arm is van jou, maar zo voelt het niet

Laat me proberen om je kort uit te leggen wat dyspraxie is. Het komt erop neer dat je je lijf niet voelt, en dus moeite moet doen om beheerst en gericht je lijf te bewegen. Heb je wel eens een slapende arm gehad? Dat hij niet meer prikkelde, maar dat je hem echt niet meer voelde? Doof, verdoofd? Die arm is van jou, want hij zit aan je vast, maar hij lijkt niet meer van jou. Totdat je hem even beweegt; dan komt dat gevoel er weer in terug. Of heb je wel eens meegemaakt dat je lang stil moest zitten en dat je aandacht afdwaalde en dat je op een goed moment niet eens meer voelde waar je was. Als je even ging verzitten, voelde je jezelf weer en kon je weer opletten. Zo ongeveer moet het aanvoelen.

Waarom kinderen met autisme anders bewegen

Er is een zintuig dat je je lichaam laat voelen: proprioceptie; je lichaamsgevoel. Veel kinderen met autisme hebben zintuiglijke (sensorische) problemen. Niet alleen met hun gehoor en tast of zicht, smaak en geur, maar ook met hun evenwichtsgevoel en dit lichaamsgevoel-zintuig. Al die zintuigen kunnen onder- of overgevoelig zijn, maar dit zintuig is vrijwel altijd ondergevoelig. Kortweg betekent dat dat de prikkels van je eigen lichaam, als je beweegt, niet of later aankomen in je hersenschors. Naoki Higashida, een jongen van 13 met autisme, schrijft in zijn boek: ‘Waarom ik soms op en neer spring’: ‘het voelt alsof mijn hele lichaam, behalve mijn ziel, van iemand anders is….’ Kun je het je voorstellen? Ik ook niet. Het duurde een hele tijd voor ik doorhad dat je je lijf niet kunt voelen!

Als je lijf ondergevoelig is, heb je (op momenten) moeite om in beweging te komen: dyspraxie. En dat heeft enorm veel gevolgen. Een ervan is dat kinderen meer tijd nodig hebben om te reageren. Ze zijn traag, hebben verwerkingstijd nodig, komen niet tot handelen, of blijven hangen in bewegingen en routines. En het helpt niet dat je zegt dat ze op moeten schieten. Integendeel, dan lijkt het nog langzamer te gaan. Alleen als ze zelf gemotiveerd zijn, zijn ze vloeiend en krijgen ze alles voor elkaar. Dat is verwarrend. Ze kunnen het wel als ze het zelf willen, maar ze doen het niet als jij het vraagt. Je geeft een opdracht die een kind gewoon kan begrijpen en doen en toch gaat hij niet aan het werk, hij geeft geen antwoord op je vragen, gaat gewoon zijn eigen gang. Ken je dat? Je krijgt het gevoel dat hij je dwars zit, niet wil of tegen werkt. Maar nu ik meer over dyspraxie begrijp, word me steeds meer duidelijk dat hij het niet kan.

Kinderen kunnen veel dyspraxie hebben of weinig; je ziet het of heel goed of het is heel subtiel en gecamoufleerd. Het zit in hun gedrag, soms in hun taalontwikkeling. Het heeft effect op hun sociale gedrag, hun zelfvertrouwen en hun leerprestaties. Er is zoveel over te zeggen en te ontdekken. En dat is precies wat ik wil gaan doen in een serie blogs, in aanloop op onze trainingsdag PADEN voor jeugdzorgwerkers op 14 november 2019. PADEN is de term die de samenhang weergeeft tussen Prikkelverwerking, Attitude, Dyspraxie en Executieve functies bij kinderen die wij Neuro-speciaal noemen (kinderen met ASS, ADHD, ADD en DCD)

Schrijf je in voor onze PADEN-nieuwsbrief op www.horison.nl/paden, dan houden wij je op de hoogte en kun je al mijn blogs lezen.
Anneke Groot

Vind deze blog leuk !

4 gedachten over “Wil hij het niet of kan hij het niet?”

  1. Heel interessant
    Ik heb 3 kinderen met ASS
    Waarvan 1 ook nog met dyspraxie.
    Waarbij ik me nog steeds afvraag of het ook te maken kan hebben met de virale hersenvliesontsteking die ze bij de geboorte kreeg.

    Beantwoorden
  2. Dat kan, Susan. Tenminste, het kan het duidelijker door naar voren komen.
    Ik heb ASS en dyspraxie, maar bij mij is de dyspraxie niet heel duidelijk – behalve dat ik soms wat houterig beweeg, en me moeilijk ertoe kan zetten om iets te doen omdat mijn hoofd dan als het ware blokkeert. Mijn zusje heeft (officieel tenminste) alleen dyspraxie, maar omdat ze meerdere koortsstuipen had als baby is de dyspraxie bij haar een stuk duidelijker. Zoals het toen door de artsen en therapeuten uitgelegd werd: als je hersenen op de een of andere manier een klap krijgen, ook als er verder geen beschadigingen zijn, uit zich dat al snel op het gebied waarbij je toch al moeite hebt. Op het gebied van – in ons geval – bewegen kan je dat dan net wat minder makkelijk opvangen en herstellen.

    Beantwoorden
  3. Interessante aanvulling Jantine.
    Mooi artikel. Ik herken wel dingen maar volgens de specialisten om mij heen werd het bijvoorbeeld toegeschreven op een probleem met executieve functies. Geen idee of het dan uiteindelijk om hetzelfde gaat of dat het compleet anders is maar ook die vertraging merk ik! Ik merk het vooral met praten, bijvoorbeeld met een quiz; dan weet ik al heel snel het antwoord op de vraag maar dan moet ik letterlijk wachten tot mijn hersenen het antwoord uit het laatje pakken en het omzetten in een woord wat mijn mond dan moet vormen. En dan is het antwoord vaak al door een ander geroepen. Het klinkt heel lang maar het is maar een split-second maar het stoort me soms wel!

    Beantwoorden
  4. Hier duidelijke dispraxi. Sterke verbetering op executieve functies met schildklierhormoon. Balansproblemen. Maar koppig. Altijd geborsteld. Druk gegeven. Paar jaar drumles. Nu ijshockey. Terwijl hij 10 jaar motorische achterstand had en niet op 1 been kon staan zonder vallen. Motorisch oefenen oefenen oefenen met wat ze leuk vinden. Alles tijd geven. De frustratie begrijpen. Anderen leren alles veel sneller. Dat is wel waar. Maar ondertussen heb je heel wat vaardigheden die heel veel niet eens bezitten. Vak voor vak examen. In februari gaat hij voor een sleuteldiploma. Ze kunnen het wel. Maar niet zo snel.

    Beantwoorden

Laat een antwoord achter aan Dianne Reactie annuleren